maandag 27 juni 2011

Op zoek naar het huisje van Mie de Kraai

Afgelopen zondag weer richting de AWD voor een leuke avondwandeling. Het was heel erg warm en dat was de reden om niet op maandag te gaan, want dan is het nog veel warmer. Vandaag starten we op het Pannenland en gaan van daaruit naar het pompstation op de 70 bunders, waar rond 1900 het huisje van Mie de Kraai heeft gestaan. Wij gaan daar eens kijken of we nog sporen van dit huisje terug kunnen vinden. Wie was Mie de Kraai? Veel is er niet over haar bekend, behalve dat ze rond 1900 aan de oostkant van het Palmveld woonde, vlak naast wat nu het Oosterkanaal is. Ze woonde daar met haar zon en dochter. Haar zoon teelde daar aardappels en hield wat kleinvee.

Mie de Kraai was eigenlijk haar bijnaam, één van haar voorvaderen was was schipper op "De kraai" en heeft later een carrière switch gemaakt naar doodgraver. Doodgravers werden vroeger kraaien genoemd, dus het lijkt mij redelijk duidelijk waar de bijnaam vandaan komt :-)
We gaan op pad en lopen onderweg langs enkele interessante plekjes.  Op het onderstaande kaartje zijn de plekken nader aangegeven.

De gelopen route.


Zodra we door het hek zijn schieten we een plaatje richting De Oranjekom. Wij dachten altijd dat deze weg de Beukenlaan was, maar het eerste stuk heet de Varenlaan. Verderop loopt de Varenlaan over in de Beukenlaan. Het feit dat hier varens groeien geeft aan dat de grond hier zeer kalkarm is, dat komt omdat hier bij het Pannenland en bij het Paardenkerhof bij De Zilk nog oud duin ligt wat grenst aan het nieuwe duin. Dit zijn twee unieke plekken in het Nederlandse duingebied, want vanaf ongeveer 900 jaar geleden werd het oude oer duin geleidelijk door zware zand verstuivingen met nieuw kalkrijk duinzand bedekt. Er zijn langs de kust nog maar enkele plekken over waar het oude duin nog aan de oppervlakte komt.   


We lopen echter de andere kant op en na een honderdtal meters zien we aan de linkerkant de Kijklaan liggen. De laan werd aangelegd en open gehouden door de bewoners van het Landhuis Vogelenzang zodat ze vrij zicht hadden op de duinen. Nu kunnen ze niets meer zien van de duinen want nu staat het pad waarop wij staan vol  met bomen. Twee eeuwen geleden zal het hier dus een stuk kaler zijn geweest.


Aan de rechterkant van dit pad ligt het verboden gebied met daarin de Graaflandsbergen. Dit afgesloten gebied wordt door Waternet met rust gelaten en krijgt alle kans om zich ongestoord te ontwikkelen en zijn eigen gang te gaan. Naast het hek staan deze paddenstoelen, hieraan kun je zien dat het een behoorlijk vochtig stukje grond is.


We zijn op de 70 bunders aangekomen, op deze plek lag in WO II het Stroje Dorp. Dit was een nep bunkerdorp wat uit strobalen bestond en een deel was van een nep vliegveld waar de Duitsers elke dag houten of kartonnen vliegtuigen naar buiten reden om de de geallieerde te misleiden. 


We staan hier op de Torenberg en ik heb geen verklaring voor deze naam kunnen vinden. Wel is het zo dat als je boven op deze Torenberg staat,  je de toren van de kerk in Vogelenzang en die van de kerk in De Zilk kunt zien.  Mogelijk dat de naam hier iets mee te maken heeft.


Vanaf de torenberg zien we ook de Berg van Allebert liggen. Deze staat alleen vol met bomen, dus is hij niet duidelijk als berg te herkennen. De berg is na zijn overlijden vernoemd naar de heer Alberts die jachtopziener en baas van de bosarbeiders was.


Een hedendaagse libel :-)


Ben er nog niet achter welke bloem dit mag zijn.


We zijn hier toch nog ruin honderdvijftig meter van het water van de Oosterkanaal vandaan en vinden hier toch een waterjuffer.


Het pompstation bij het Oosterkanaal.komt in zicht, het huisje van Mie de Kraai lag op ongeveer 50 meter voorbij dit pompstation richting De Zilk, naast het toen nog niet bestaande Oosterkanaal.  Aan de rechterkant van het pompstation ligt het Jorisbosje, genoemd naar de Sint-Joriszwam. Aan de linkerkant ligt het BalversKrocht, genoemd naar de heer Balvers.


We steken het Oosterkanaal over. Tussen de stenen van het smalle bruggetje groeit de Bosgeelster.


We staan met onze rug naar het pompstation en kijken richting 70 bunders aan de overkant. De oever aan de overkant is veel hoger dan die aan deze kant. Dat komt omdat men tijdens het graven van het Oosterkanaal het uitgegraven zand grotendeels aan die kant heeft gestort. Achter deze wal liggen de Dooie Hoek en de Kattenpan. De naam Dooie Hoek is zo genoemd door jagers omdat daar bijna nooit iets te schieten viel.  En de Kattenpan heet zo omdat jachtopzichter Alberts hier een opgezette kat met een dode kraai onder zijn poot opstelde om kraaien te lokken. Als de kraaien tegen de kat begonnen te schreeuwen trakteerde de jachtopziener ze op een schot hagel. Kraaien en Ekster vielen toen niet onder het kopje populaire dieren :-) 


We zoeken tussen de bomen naar eventuele restanten van het huisje van Mie de Kraai, maar kunnen niets vinden. Het was waarschijnlijk een houten huisje en het huisje is lang voor het graven van het Oosterkanaal afgebrand. Een oude kaart geeft de plek waar het huisje stond aan, die plek op de kaart is nog het enige dat nog herinnerd aan Mie de Kraai. We zitten niet bij de pakken neer maar bij de rugzakken waar het eten en drinken in zit. :-) We blijven hier een uurtje zitten en zien af en toe een damhert dat aan de oever komt drinken. 


Het riet aan de oever zit vol met allerlei soorten insecten, we zien hier vooral veel Waterjuffers.


En slakken.


Een Dikkopje.


En nog wat onbekende beesies.


We wandelen verder naar het Palmveld (of Palmvelt zoals men het vroeger noemde). Mollen werden vroeger Palmdieren genoemd.


Op de 'Vlakte van 't oude huis' zien we een aantal damherten met een kalfje. Deze vlakte is genoemd naar een oud houten huis dat hier ergens zou hebben gestaan.


Bij de Bunksemkuil zien we een jonge stier die duidelijk een tikkie driftig is en luid en duidelijk zijn aanwezigheid laat merken. We lopen een stukkie om. De naam Bunksemkuil wordt al in 1636 in documenten vermeld.


De zon begint snel onder te gaan, dus moeten we opschieten. We stoppen natuurlijk wel even om deze vink te fotograferen.


We lopen het Fazantenbos in en zien daar nog een aantal damherten. In het Fazantenbos zaten (u raad het al) vroeger veel fazanten. Dat was in de tijd dat de edelen nog dol op jagen waren en de fazant speciaal voor dit doeleinde werd gehouden in het duingebied. Toen de jacht op de fazant stopte verdween deze uit het duingebied.


Een stukje verder de eerste en meteen ook de laatste ree die we vandaag zien. Ze lijkt iets aan haar linker oog te hebben, die staat minder ver open dan de rechter.


Dit damhert wil er graag snel vandoor, maar ze staat te plassen en ze lijkt prioriteit te geven aan het plassen. Direct na het plassen gaat ze er alsnog vandoor. Op het kaartje boven staat de oude boerderij 'Het Pannenland' aangegeven. Dit damhert staat op één van de vlakke veldjes waar het woord Ruigeveldberg gedeeltelijk overheen valt. Dit zijn de akkers van deze boerderij die jonkheer Ruldolf Barnaart na 1850 heeft laten bouwen. De plek waar de boerderij heeft gestaan zie je op het kaartje.


En volgens de overlevering zou er aan één van de Lindebomen nog een ijzeren ring vastzitten waar vroeger de paarden aan vastgebonden werden. Na wat zoekwerk in het halfdonker blijkt deze ijzeren ring inderdaad nog aan de boom te zitten. Het zal nu echter niet meer lukken om je paard aan deze ring vast te zetten, omdat de boom de laatste 150 jaar behoorlijk is gegroeid en de ring is gedeeltelijk in de boom verdwenen is.  Wel geweldig dat deze ring er nog steeds is, er zou eigenlijk en bordje bij moeten staan met daarop de geschiedenis van de boerderij en de ring.


Vlakbij de ingang ziet Janny deze leuke harige Bastaardsatijnvlinder zitten.


















We zijn weer 5 uur in de AWD geweest en rijden na het zien van al die geweldige dieren en landschappen weer moe maar voldaan naar huis. Het vinden van de ijzeren ring was voor ons een hoogtepunt omdat we erover gelezen hebben en niet hadden gedacht deze nog te zullen vinden.
De informatie over de ring was namelijk 20 jaar oud.

Wat we nu hebben verteld over de plekken die we onderweg tegen zijn gekomen is nog maar een heel klein stukje info over deze plekken, uitgebreide informatie is ook te vinden in een boek wat in 1992 voor het laatst is uitgegeven en zo goed als niet meer verkrijgbaar is. Wij hebben twee exemplaren en het lijkt ons leuk om binnenkort een kleine prijsvraag uit te schrijven waarmee je dit tweede exemplaar kunt winnen. Het boek is in een redelijk goede staat en bevat heel erg veel informatie over de geschiedenis van de AWD en een kaart met daarop de namen van de verschillende gebieden.

Verder heb ik nog de tip om de website van Stichting Genootschap 'Oud de Zilck' in de gaten te houden. Zij hebben het initiatief genomen om dit boek weer een nieuw leven in te blazen, maar nu ook aangevuld met nieuwe informatie historische en beeldmateriaal.  Het wordt  herschreven als een historisch detective verhaal en hier staat het wat uitgebreidere verhaal. Als ik het goed heb wordt de nieuwe uitgave in 2012 verwacht en zal dan denk ik ook te koop zijn bij Stichting Genootschap 'Oud de Zilck'. Wij zijn donateur geworden van Stichting Genootschap 'Oud de Zilck', een geweldig initiatief om de historie van De Zilk in leven te houden. 

Groet,
Peter en Janny

zaterdag 25 juni 2011

Nachtwandeling Meijendel

Gisteravond zijn we rond 23:00 gaan wandelen in de duinen van Meijendel. Rond 22:30 moesten we op de verzamelplaats bij het bezoekerscentrum van Dunea aanwezig zijn. Het wachten was op de overige 15 natuurliefhebbers die zich hadden ingeschreven voor deze nachtwandeling.
Iedereen was op tijd en rond 23:00 gingen we samen met Duinwacher Martin, die 30 jaar in dienst is als duinwachter en Bioloog Lex de duinen in. De camera hebben we eens een keer thuisgelaten omdat er in het donker niet zo heel veel te fotograferen valt.

De gelopen route.

















Bij de parkeerplaats zien we een kleine ree, het diertje vlucht meteen weer de struiken in.  
We wandelen eerst naar het grote veld vlak naast het bezoekerscentrum waar we op zoek gaan naar de Rosse vleermuis. Bioloog Lex heeft een vleermuisdetector bij zich en als hij deze inschakelt zijn de ultrasone klikken van de eerste rosse vleermuizen luid en duidelijk te horen.
Aan de Ultrasone frequentie en het ritme van de klikken is te horen om welke soort vleermuis het gaat. Hieronder het een kleine uitleg.

Vleermuis soort    hoorbaar op       Ultrasone frequentie   Geluids patroon
Grootoor                 enkele meters      35-50kHz                      soms regelmatig, ook wel variabel in ritme en volume.

Meer                       25-50 meter         20-60kHz                      scherpe, droge, regelmatige tikken, af en toe natte spetter, variabel in roep, afwisselend tempo.

Laatvlieger             25-35 meter         20-50kHz                      onregelmatig, traag.

Ruige dwerg           30 meter              30-40kHz                      onregelmatig., langzamer dan gewone dwerg, roeplengte als laatvlieger. of: regelmatig ritme met verschillende roepafstanden.

Gewone dwerg       20-25 meter         35-50kHz                      regelmatig, vrij snel, langzamere klappen als laatvlieger.

Watervleermuis      25-50 meter         20-70kHz                      korte, snelle tikken kort na elkaar.

Rossevleermuis      20-25 meter         15-45kHz                      tweetakt met veel toonkwaliteit en veel verschil in frequentie.

De vleermuizen zij  razendsnel maar zijn vandaag wel goed te zien tegen het vrij lichte wolkendek.
Na een uitgebreide uitleg van Bioloog Lex en Duinwachter Martin gaan we verder en onderweg krijgen we weer uitleg over van alles en nog wat.
Wat vooral opvalt is dat beide gidsen geen haast hebben en alle vragen op hun gemak beantwoorden.
We krijgen nog wat uitleg over het ontstaan van de 'nieuwe duinen' die hier liggen. Deze zijn ongeveer 900 jaar gelden ontstaan door verstuivingen. Er zijn geen 'oude duinen' in dit deel van het Nederlandse kustgebied zoals in de Amsterdamse waterleidingduinen, meer over oude en nieuwe duinen in ons volgende blog.   

We komen aan bij een hoge uitkijkpost welke op het routekaartje is aangegeven als vlag002.
Hier horen we geen vleermuizen, maar wel een mooi uitzicht over de duinen en in de verte de verlichte gebouwen van Den Haag e.a. woonplaatsen. We luisteren hier een tijdje naar de mooie verhalen van onze gidsen en vervolgen onze weg om bij een meertje op zoek te gaan naar de Watervleermuis. Duinwachter  Martin heeft een fikse zaklamp en schijnt over het water om de Watervleermuis in te lichtstraal te kunnen vangen.

Helaas lukt dit niet omdat er teveel wind staat. De Watervleermuis scheert normaal vlak over het gladde wateroppervlak om zo zijn prooi te kunnen vangen, maar door de wind vliegt de vleermuis nu een stuk hoger. We zien ze wel over onze hoofden vliegen en via de vleermuisdetector zijn ze heel goed te horen. We krijgen uitleg over deze nachtdieren terwijl we naar de capriolen kijken die ze tijdens het vliegen uithalen. Na een kwartiertje gaan we weer verder omdat Martin ons de Rugstreeppad wil laten zien.

Onderweg komen we een Rugstreeppad tegen en bioloog Lex neemt weer rustig de tijd om ons alle details van deze pad met ons te delen. We lopen weer verder in de richting van het bezoekerscentrum waar Lex en Martin eerder op de avond lekker geurtjes op enkele boomstammen hebben gesmeerd om nachtdieren te lokken en waar ze enkele vallen hebben gezet om muizen en dergelijke te vangen.
De vallen zijn natuurlijk van het diervriendelijke soort en de gevangen dieren worden weer vrijgelaten zodra iedereen ze even heeft kunnen bekijken.

Helaas vonden we alleen een bruine kikker op één van de boomstammen en in één val zat een Bosmuis , zo zie je maar dat je de natuur niet kunt dwingen.
We gaan naar een plek waar een speciale lamp staat opgesteld bij een witte buitenmuur van het bezoekerscentrum welke allerlei soorten nachtvlinder aantrekt. Bioloog Lex en Duinwachter Martin vangen een aantal nachtvlinders en stoppen ze tijdelijk in doorzichtige doosjes zodat iedereen ze op het gemak kan bekijken. Lex raakt niet uitgepraat en zou zomaar uren kunnen doorpraten over de dieren in de duinen. Maar aan alles komt een eind en rond 01:30 nemen we afscheid van deze twee geweldige deskundige gidsen, welke hun werk met heel veel plezier doen.

Wat ons betreft is deze nachtexcursie door de duinen van Meijendel een aanrader.
Voor 5 euro krijg je een super leerzame rondleiding en Martin verzekerde ons dat ze ze binnenkort nog enkele van deze nachtexcursies gaan organiseren, dus hou de excursie pagina van Dunea in de gaten als je dit ook eens mee wilt maken, binnenkort staan daar weer nieuwe excursies. Wij willen dit zeker nog eens doen.

Ook hebben we meteen ook een vleermuisdetector besteld welke we binnenkort gaan inzetten als we weer een paar dagen naar de Veluwe gaan.  Rond onze woning leven ook vleermuizen dus kunnen we de detector inzetten om te weten te komen om welke soorten het gaat en wat ze in het donker allemaal doen. Ook kikkers, sprinkhanen, ratten en muizen kunnen ultrasone geluiden voortbrengen en deze zijn ook te detecteren met de vleermuisdetector.

Groet en iedereen bedankt voor de reacties op onze vorige wandelingen!

Peter en Janny

maandag 13 juni 2011

Renbaanveld en Zwarteveld

Rond 08:00 kwamen wij zondag aan op het Pannenland. Vandaag hebben wij het Renbaanveld en het Groot Zwarteveld als doel en geven wij wat informatie over de geschiedenis van beide locaties.

De gelopen route.


We lopen op de Pannenlanderweg als we een Pimpelmees horen zingen. We gaan op zoek en vinden deze kleine rakker, hij kijkt even schuin naar beneden en gaat verder met zingen.


Het is nog lekker vroeg en dat is te zien aan de lange schaduwen die op het pad vallen. Dit damhert steekt het pad over om zicht bij de andere herten te voegen die zich in het verboden gebied achter het hek bevinden.


Als de lekkere malse blaadjes wat hoger hangen, ga je gewoon even op je achterpoten staan. En voor ons levert het een leuk plaatje op.


Via het achterste Pannenland lopen we richting de Donderhoek. Dit is altijd een mooie plek om landschapsfoto's te maken.


Langs het water op het plaatje hierboven barst het weer van de kleine kikkertjes, dus moet je goed kijken waar je loopt als je ze niet onder je schoenen wilt verpletteren. Deze hangt aan het mos langs het pad.


We gaan verder en komen aan bij de Donderhoek en staan nu op de kruising die de Schulperdam heet. Helemaal op de achtergrond zie je de bomen van het Eiland van Rolvers.


We gaan hier rechtsaf het Pietjes Zwarteveld op en lopen richting het Vliegermonument. Langs het pad ligt dit drietal in de zon. De geweien beginnen alweer te groeien en zijn nu nog met huid bedekt.


We lopen niet helemaal door naar het vliegermonument maar nemen het eerste pad links richting het Zwarteveldkanaal. Dit is het zicht richting het Pannenland.


Dit is het zicht recht naar de overkant waar het Astrid Driftje ligt. Dit stukje AWD heeft zijn naam te danken aan de jachthond Astrid die hier per ongeluk door een beetje te fanatieke jager werd doodgeschoten.


Het Zwarteveldkanaal is onnatuurlijk diep gegraven. Hoe diep het kanaal is kan ik niet precies zeggen, maar als ik mag schatten naar aanleiding van een oude foto, dan schat ik de diepte op ongeveer 15 meter. Het verdiepen van dit kanaal is in 1901 begonnen en er reed toen een stoomtrein door het kanaal, waarschijnlijk om het afgegraven zand af te voeren.  


Dit is het uiteindelijke resultaat van de inspanningen in 1901.


We verlaten het Pietjes Zwarteveld nadat we deze Vink vastleggen. Hij is duidelijk de heer en meester van dit stukje AWD.


Op het Groot Sprenkelveld genieten we even van het ontbijt en als we klaar zijn begint het een beetje te regenen. Gelukkig zijn we vlakbij het bos bij het Renbaanveld, daar zien we deze rupsen aan een zijde draadje hangen.


We nemen één van de draadjes mee voor onder de microscoop en het valt op hoe sterk deze draden nog zijn. Hieronder de rupsendraad met een 60X en 200X vergroting. Daar moet heel wat werk ingezeten hebben want deze draad lijkt uit meerdere draden te bestaan.


We komen aan op het Renbaanveld. De meeste bloggers kennen dit standpunt wel, maar weten niet dat de heuvel waarop ze hier staan de "Tribune" heet. Hoe de "Tribune" is ontstaan weet men niet precies, men denkt dat de heuvel door het stuiven van het zand is ontstaan. Op oude kaarten bestaat deze plas namelijk niet, dus het kan zijn dat na 1850 het zand is gaan stuiven en deze kuil en heuvel zijn ontstaan.


Na de Franse overheersing werd op deze exacte plek in 1844 een heuse Paarden Renbaan aangelegd dus was het hier vroeger niet zo diep dat er zoveel water op deze plek bleef staan.  Op het terrein van de renbaan stond ook een gebouw en aan de westzijde van de renbaan stond een tribune.
Nicolaas Beets beschreef de renbaan in zijn verslag van de eerste rennen "Thans zijn wij in de bijna onafzienbare opene vlakte in het duin, die door het renpark wordt omsloten. Waar ge in het rond de oogen ook wendt, ziet ge den helder blaauwen gezichts-einder rusten op eene reeks van gele zandheuvelen, die door de zon schitterend worden verguld."
Deze renbaan was zo'n beetje de voorloper van het circuit van Zandvoort :-)

Vanaf de Zandvoortselaan liep de weg naar de Renbaan, over wat nu de Doktersdrift heet (genoemd naar dr. S. Posthuma, oud-jachtpachter van dit gebied) en door de Punt.
Aanvankelijk was de belangstelling voor de renbaan zo groot dat op de Zandvoorterweg een file van rijtuigen stond te wachten op toegang tot de renbaan. Dit duurde tot 1850, vanaf dit jaar werd er geen gebruik meer van gemaakt. De huidige Renbaanplas is bij het begin van de rivierwaterinfiltratie als overloop gebruikt, wanneer er meer wateraanvoer was dan het infiltratiegebied kon verwerken.

Vanaf 1896 tot 1912 lag er net iets ten zuiden van de renbaan ook een vinkenbaan. Deze vinkenbanen werden gebruikt om vinken te vangen door kooitjes met levende vinken op te stellen, zodat de aangetrokken vinkjes gevangen konden worden met een 'Vinkentouw' een slagnet met twee 'deuren'.
De 'lokvinken' werden geblind. Men schroeide de oogleden op elkaar en ze werden 'gemuit'. De vinken werden in de zomer in een donkere kast geplaatst, en tegen de herfst werden de lichtschuifjes van de kast iedere dag iets verder open gezet.

Als de vangtijd aanbrak dachten de vinken dat het voorjaar was en begonnen te zingen. Op grote borden werd bijgehouden hoe groot de vangst was en wie de grootste slag geslagen had. De vogelwet van 1912 verbood het vangen van vogels anders dan voor het houden in kooien.
In de AWD waren meerdere vinkenbanen aangelegd, het vinkershuisje bij het Renbaanveld is later overgebracht naar het openluchtmuseum in Arnhem.   


We lopen verder over de 'Tribune' en schieten daar dit plaatje. De bloem mogelijk een Zeemelkdistel.


Aan het einde van de 'Tribune' komen we weer bij het open veld en zien deze boom die vol zit met rupsen die aan het verpoppen zijn.


We lopen naar de andere kant van de Renbaanplas en hier kunnen we de jonge Aalscholvers in hun nest fotograferen. Geen plek om lang te blijven staan want de brandnetels zitten hier onder de vogelpoep. Dus neem een paraplu mee als je daar lang wilt blijven rondhangen :-)


De binnenkant van een Aalscholver ei 60x vergroot onder de microscoop.


We vervolgen onze weg langs het Barnaart kanaal in de richting van de Duizendmeterweg en aan de rand van het verboden gebied zien we deze zwaan met jongen. We pauzeren even bij de schuilhut waar een hele kudde fotografen over de grond rollen om plaatjes van de slanke moervos te schieten. Na een hapje en drankje gaan we op weg naar het Groot Zwarteveld of Swartevelt zoals men dit vroeger noemde.


Het Groot Zwarteveld. Hier stond vroeger o.a. het huis van Toon en Keetje Jansen. In 1908 trouwde Toon en Keetje en betrokken de woning op het Zwarteveld. Toon werd in dat zelfde jaar aangesteld als jachtopzichter en vierde in 1948 zijn 40 jarig jubileum in deze functie. Toon woonde toen al op de Zantvoorderlaan omdat de bezetter in 1942 het huis van Toon en Keetje met de grondgelijk maakte. Een jaar na zij 50 jarige jubileum overleed Toon in 1959.  Voor 1908 (vanaf 1891) woonde de Legendarische 'Ome jan' van Hoonschoten in een voormalige boerderij op het Groot Zwarteveld. Ome Jan is 60 jaar lang jachtopzichter geweest in het Zanvoortse duin.


Op het Groot Zwarteveld kun je nog steeds de contouren van het oude landgebruik herkennen. In 1848 melde ene heer van de Aa dat het een duinvalei was met een oppervlakte van 50 bunder en dat een gedeelte in gebruik was voor de aardappelteelt. Het duinzand op het Groot Zwarteveld is donker van kleur en daar komt de naam van dit veld vermoedelijk vandaan.


De vlakte van het Groot Zwarteveld wordt niet begraast, maar gemaaid. Om de poeltjes groeit vegetatie die te kwetsbaar is voor koeienpoten. Door het maaien ontstaan zomers de kleurschakeringen die op de foto's al redelijk goed te zien zijn. Je ziet hier verschillende grassen en zegges (kruiden), zoals reukgras, tandjesgras, bevertjes,  padderus, veldbies, duinrus, cyperzegge en waterbies. Ook vind je bloemen zoals, rietorchis, grote en kleine addertong, ratelaar, kattestaart, koningsvaren, parnassia en andere vochtminnende soorten. 


We lopen verder richting de Kippendellen en Janny spot deze Platbuik libel (man). Met dank voor de naan van deze libel aan Peter Van Duijn.


Tussen de Kippendellen en het Kromboomsveld licht dit mooie stukje AWD waar wij altijd graag even aan de waterkant zitten om te genieten van het uitzicht.


Net om de hoek staat een gigantische braamstruik die nu nog in bloei staat.


We lopen langs het Nieuw Kanaal richting het Pannanland. Het Nieuw Kanaal is uitgegraven met behulp van een graafmachine die in de volksmond de 'IJzeren man' werd genoemd.   













En zo komen we weer aan bij het beginpunt van deze 5 uur durende wandeling door de AWD.
Wij hebben ons uitstekend vermaakt en ik hoop jullie ook tijdens het lezen van het blog!

Iedereen bedankt voor de reacties op de vorige blogs!!

Groet,

Peter en Janny.