Afgelopen week voor de tweede keer naar ingang De Zilk, maar deze keer een hele andere route.
Of het aan het betaald parkeren ligt weet ik niet, maar er staan maar een stuk of vier auto's op de parkeerplaats en dat zijn er meestal toch wel meer op werkdagen.
Vorige keer vroeg
Odette waarom het oud jachtgebied het Paardenkerkhof deze naam heeft gekregen, daar zijn verschillende verklaringen voor.
De eerste slaat op de oudste boerderij van "Het Paardenkerkhof'. Van deze boerderij wordt reeds gewag gemaakt in het rapport van de Commissie van Superintendentie uit 1798. De oude boerderij is omstreeks 1880 gesloopt en vervangen door het jachthuis "Paardenkerkhof'.
De tweede, Vermoedelijk is de naam ontstaan doordat beenderen van paarden werden gebruikt om de eigendomsgrenzen af te bakenen. Een kadastrale kaart uit de twee helft van de 19e eeuw vermeldt voor het in cultuur gebrachte deel van het Paardenkerkhof niet minder dan 23 perceelnummers. Als al deze percelen met paardenbotten afgebakend zijn geweest, zal dit terrein al snel de naam Paardenkerkhof hebben gekregen. In mei 1992 is, niet ver van de plaats waar vroeger de boerderij heeft gestaan, een skelet van een paard opgegraven. Het lag op ± 1 meter diepte. Ouderdom en herkomst zijn niet bekend.
Het was ook de naam van het oude jachthuis dat hier van ca. 1880 tot 1927 stond.
Na de afbraak van dit huis is het nieuwe jachthuis Paardenkerkhof gebouwd, dat nu ten oosten van de provinciale weg ligt. De naam komt ook voor in de duinen van Berkheide.
De gelopen route.
We worden begroet door deze Kauw als we de AWD binnenlopen.
De schapen hebben het blijkbaar al warm en liggen lekker in de schaduw.
Dit damhert gaat er in een drafje vandoor naar zijn collega's die een stukje verderop staan.
Eenmaal bij de andere damherten blijft hij rustig en kan ik op mijn gemak wat foto's maken.
We gaan verder richting het Oosterkanaal bij het Palmveld.
En dit is de brug over het Oosterkanaal. We gaan hier rechtdoor.
Oh nee, ik schiet hier eerst nog even een plaatje.
We wandelen verder en het begint wat warmer te worden als de wind een beetje gaat liggen.
Een Pimpelmees zingt zijn lied en wij luisteren even mee.
Het Palmveld. Volgens sommigen is de naam Palmveld ontstaan door het grote aantal mollen in dit gebied. Palm of palmdier is een oude naam voor de mol, omdat hij brede, ver uitstaande handpalmen heeft.
Koeienpoep. Blijkbaar geen probleem voor deze vliegen die er vrolijk een nummertje op maken.
De Berk. Het Berkenwater in de boom staat nu onder hoge druk en is erg gezond om te drinken.
Nog wat stukjes Palmveld.
Straks als alles weer groen wordt is het hier nog mooier.
De Natuur in de AWD komt weer tot leven.
Ik gebruik de GPS om naar een stukje AWD te navigeren waar we nog niet eerder geweest zijn.
Dat blijk een goed idee te zijn want we lopen hier tegen een stuk land op met veel grote waterpoelen.
Het is hier prachtig en een mooie plek om lekker te picknicken aan het water.
Op het route kaartje bovenaan de pagina zie je een blauw vlaggetje 002, daar is dit gebied Marelvlak te vinden. Een stukje boven het vlaggetje ligt de Marelberg.
Genoemd naar de Marel = grutto. Het bosje is enkele decennia geleden ontstaan in een vochtige duinvallei. Voor die tijd was de bodem van de vallei bedekt met vochtminnende kruiden en grassen. Rond 1900 stond er veel Parnassia. De vallei bood een uitstekende broed gelegenheid voor grutto's.
Deze koe staat op het punt te gaan kalveren. We zijn hier een half uurtje blijven zitten in de hoop de bevalling te kunnen fotograferen, maar de natuur laat zich niet dwingen en het kan nog uren duren voor het kalf ter wereld komt dus trekken we verdere om ergens uit de wind te lunchen.
Dit blijkt dan een lekker rustige plek te zijn en de damherten denken er ook zo over.
Deze vlinder zien we als we vlakbij het Vogelenveld zijn. Een grote vallei die pas in 1821 in de annalen genoemd wordt. In dat jaar werd daar in opdracht van jonkheer Barnaart een boerderij gebouwd. Ten behoeve van de ontginning werden in de vallei sloten en greppels aangelegd. Deze waterden af op de beek die vanuit het Zegveld kwam en verder liep als Kromme Beek. De grote vallei werd als weiland gebruikt; aan de oostzijde werden akkertjes aangelegd. De eerste boer was Jan Meiland, in 1835 opgevolgd door Arie Meiland. Daarna kwamen in 1900 Arie Hulsebosch en in 1902 zijn boer Gerrit. Na het graven van het Oosterkanaal in 1925, verdroogden de landerijen. In 1928 werd de boerderij gesloopt. De contouren van de akkertjes zijn nog zichtbaar, ten noorden en ten zuiden van de weg, als men van de Vogelenvelderbrug naar het westen loopt. Tussen en achter de akkers zijn de houtsingels nog zichtbaar en ook de geriefhoutbosjes staan er nog als doorgeschoten hakhout bij.
Dit damhert scharrelt rond op het Fransevlak.De herkomst van deze naam is onbekend. Mogelijk bestaat er verband met de Franse soldaten, die na de bezetting van ons land in 1795 in de duinen gelegerd werden.
Tijdens hun verblijf in de duinen wisten zij het aantal konijnen vrijwel tot nul te reduceren.
Het duinviooltje.
Spreekt voor zich.
En als je dan vlakbij de uitgang komt, kom je twee mensen tegen die lak aan de regels hebben en hun hondje vrolijk laten poepen op het pad. En dat terwijl het hier verboden voor honden is.
Dat was dan weer de tweede wandeling in AWD bij de Zilk.
Iedereen weer bedankt voor de reacties op de vorige wandeling!
Met dank aan Jaap Duyve, Gert Baeyens Frans van den Berg, Astrid, Barnaart en Cycloop voor de informatie over de gebieden binnen de AWD.
Groet,
Peter en Janny